-
Woorden met ei of ij
Je oefent de spelling van woorden met ei of ij. Sleep elk woord naar de juiste kolom.
Deze oefening sluit aan bij Kijker 3, les 16 van de methode Verrekijker 4.
Interactieve oefeningNieuwLeerkracht -
Werkwoorden herkennen en vervoegen en woordenschat: Vang het spook
Met deze eduscape oefen je de leerstof taaldenken na thema 6 van de methode Talent 3.
Volgende leerstof wordt ingeoefend:
- werkwoorden herkennen tussen andere woorden en in een zin;
- werkwoorden vervoegen;
- aangeven of werkwoorden in de tegenwoordige of …
Interactieve oefeningLeerkracht -
Werkwoorden herkennen, alfabetisch rangschikken, woordenschat: Help de dokter
Met deze eduscape oefen je de leerstof taaldenken na thema 5 van de methode Talent 3.
Volgende leerstof wordt ingeoefend:
- werkwoorden herkennen;
- alfabetisch rangschikken;
- woordenschat.
Interactieve oefening (6)Leerkracht -
Maak een woordketting
Maak een woordketting waarbij de eindletter van het laatste woord, de beginletter is van het volgende woord.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Samenstellingen, alfabetisch rangschikken en woordenschat: Eduscape
Met deze eduscape oefen je de leerstof taaldenken na thema 4 van de methode Talent 3.
Volgende leerstof wordt ingeoefend:
- samenstellingen;
- alfabetisch rangschikken;
- woordenschat.
Interactieve oefening (6)Leerkracht -
Woordpakket 20 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 20 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -ig(e);
- woorden die eindigen op -lijk(e);
- woorden met ui.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 19 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 19 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden met -g en -ch.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 17 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 17 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -ig(e);
- woorden die eindigen op -lijk(e);
- woorden met au of ou.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 14 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 14 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond woorden met een gedekte klinker in een gesloten lettergreep.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 13 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 13 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met een gedekte klinker in een gesloten lettergreep;
- hoofdletters en leestekens.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 5 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 5 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ei of ij;
- woorden die eindigen op -ig;
- woorden die eindigen op -enen, -elen of -eren.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 3 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 3 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden die eindigen op -ig.
Interactieve oefeningLeerkracht