-
Blij, bang, boos, verdrietig
Welke foto hoort bij welk gevoel?
Wie is triestig? En wie is boos?Interactieve oefening -
Cluedo
In het landhuis van graaf Kimpens is een moord gepleegd. Wie is de dader? Waar is de moord gepleegd en met welk wapen?
Zoek in de verschillende kamers naar aanwijzigingen en los opdrachten op om het mysterie op te lossen.
Interactieve oefening (4)Leerkracht, ICT-coördinator -
Vingers: Woordenschat
Verbind de woorden met de juiste vingers.
Interactieve oefening -
Delen van het gezicht
Verbind de afbeeldingen met de juiste plaatsen op het gezicht.
Interactieve oefening -
Fruit schaduwfiguren
Welke schaduwfiguur hoort bij welke afbeelding?
Klik op de twee bij elkaar horende prenten.Interactieve oefening -
Lente schaduwfiguurtjes
Welke schaduwfiguur hoort bij welke afbeelding?
Klik op de twee bij elkaar horende prenten.Interactieve oefening -
Pasen schaduwfiguurtjes
Welke schaduwfiguur hoort bij welke afbeelding?
Klik op de twee bij elkaar horende prenten.Interactieve oefening -
Woordpakket 18 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 18 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met een doffe e;
- woorden met au;
- woorden met d of t.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 17 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 17 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -ig(e);
- woorden die eindigen op -lijk(e);
- woorden met au of ou.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 16 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 16 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden met d en t.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 11 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 11 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ch;
- samenstellingen;
- woorden met ee op het einde van een woord
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 10 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 10 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden waarbij je moet verenkelen en verdubbelen.
Interactieve oefeningLeerkracht